Vroeger had ik het gevoel niet de moeite waard te zijn. Dat ging samen met niet meer voelen en vooral niet meer kwetsbaar willen zijn. Maar als ik mezelf niet voel, kan een ander mij ook niet voelen.

Ik vond het vroeger erg pijnlijk als ik in een groepje stond te praten met mensen, of eigenlijk de ander praatte en dat degene die aan het woord was, niet naar mij keek. Ik voelde me niet gezien. Maar nu begrijp ik, dat als ik mezelf niet zie, de ander mij ook niet kan zien.

Als ik niet meer kwetsbaar wil zijn vanuit angst om opnieuw gekwetst te worden, schakel ik mijn gevoelens uit. Maar als ik mijn gevoelens uitschakel, ben ik er niet meer met mijn eigenheid. Ik ben niemand meer, ik functioneer als een soort robot.

Op het moment dat ik praat of aanwezig ben vanuit mijn gevoel, ben ik energetisch ook voelbaar en aanwezig. Als ik niet voel is mijn energie als het ware bevroren, gestagneerd, het stroomt niet meer.

En als ik vanuit mijn passie leef stroomt de energie helemaal.

In onze maatschappij leren we ook af om te voelen. Veel mensen leven ‘vanuit hun hoofd, hun gedachten’. Maar als er een gebied is waarop je vanuit je passie kan leven, dan ben je op dat punt heel aanwezig en voelbaar en aantrekkelijk voor andere mensen. Het kan zijn dat je in je privéleven je gevoel uitgeschakeld hebt en tegelijkertijd wel je passie op een bepaald gebied leeft, waar je veel voldoening uit haalt. Je kunt je dan in een deel van je leven ‘leeg’ voelen, omdat je daar het contact met jezelf, met het leven zelf, kwijt bent.